![]() |
. | ![]() |
Concept “Surrealist”
Overbruggen is in de eerste plaats bewegen. Men gaat ergens overheen. Het deelwoord suggereert tevens een obstakel / een hindernis. Men kan er niet doorheen, men kan er niet omheen.
Overbruggen heeft ook een psychische betekenis. Men komt over een obstakel heen, over iets wat hem ongelukkig maakt of veel moeite vergt. Onderweg naar een volgende situatie wil men vluchten. Men wil op de “brug” staan en tijd nemen een overzicht te krijgen van de wereld. Men wil boven het obstakel staan. Bruggen zijn objecten die meestal open en kaal liggen, helemaal gescheiden van de omgeving zweven ze in de lucht. Een mens is onbeschermd op een brug.
Deze interpretatie van het “overbruggen” geeft een spanning aan tussen het leven dat vol is met obstakels waar je overheen moet en vol offers die je op moet brengen voor een bepaalde bescherming en veiligheid (bijv. een thuis, liefde van je medemens) en het leven zonder grenzen of beperkingen, het vrije leven, waar anderzijds geen bescherming meer is en men kwetsbaar is. De moderne maatschappij waarin we leven zit vol deze spanning.
De brug wordt de “in-between space” tussen de twee extremen. Hier neemt men toevlucht om even boven het leven te staan, over het leven na te denken of alleen even alleen te zijn. Men is hier beschermd: van de obstakels èn van de gevaren van vrijheid!
Hoofdvorm
De hotel en het restaurant
Het project Surrealist maakt gebruik van het vervreemdende effect dat vele surrealistische kunstwerken op de mens hebben. Hierbij wil ik graag refereren naar Christo. Door gebouwen in te pakken liet hij ze vervreemden van de omgeving, waardoor juist deze gebouwen aandacht kregen voor een bepaalde tijd. Door ze te verbergen onthulde hij ze. Juist door de vervreemding van de werkeijkheid, ziet de mens zoms de werkelijkheid beter. Dit fenomeen gebruik ik in mijn ontwerp, zodat de bezoekers ook tot nadenken worden gebracht en een moment van bezinning krijgen.
In verband hiermee moet ik even een persoonlijke ervaring noemen. Net in de tijd dat ik vorige zomer bezig was met het schrijven van een scriptie over Christo, werd in Duitse Oberhausen zijn Muur tentoongesteld. Onderweg daarnaartoe zagen we plotseling een grid van in witte nylon gepakte kubusjes van hooi, verspreid over grasvelden. Dit had een “vervreemdend” effect op mij, omdat ik het nog nooit gezien had, en meteen dacht ik aan Christo’s kunst. Deze ervaring en in mijn achterhoofd het beeld van het “bevolkte” vegetatiedak van de TU-bibliotheek in de lente zijn een belangrijke inspiratie geweest voor het ontwerp.
Om mijn concept duidelijk uit te drukken in een ontwerp leek een eenvoudige oplossing ook de beste. Geen lompe gebouwen om de hotelkamers en dure keukens in te plaatsen op een plek waar men rust wil en eenvoud. Grasvelden aan beide “einden” van het wegdek met daarop witte surrealistische bakken, van binnenkant uitgerust met verschillende voorzieningen, en raamvlakken in het wegdek, om in gedachten op het water onder de brug neer te kijken.
De “hotelkamers” zijn verrijdbare pakketten, die als markiezen uitgeklapt kunnen worden op uit te kiezen plekken op het grasveld. De “hotelkamers” kan men ophalen bij de beheerder. De hotelkamers kunnen ook in twee richtingen gekoppeld / geschakeld worden. De voorzieningen aan deze kant van de brug zijn: twee toiletten, een opbergruimte, een wasruimte en een douche.
Aan de andere kant zijn de “voorzieningsbakken” uitgerust met voedsel, drank en de attributen. Men kan voedsel halen uit een koelkast en verwarmen in een magnetron, men kan servies en bestek uit de servieskast gebruiken en alles na gebruik laten afwassen in een vaatwasautomaat. De deuren van de “voorzieningsbakken” gaan pas open na het ingooien van een munt of het gebruiken van een (chip-)kaart. Verder kan men een parasol of iets dergelijks pakken uit de “opslagbak”.
Voor een brug van deze vorm is een betonnen constructie een logische keuze. Voor de omheining van het wegdek heb ik gekozen voor kale doorzichtige glasplaten om het totale beeld zo min mogelijk te verstoren. Voor de markiezenkamers is stevige waterdichte stof bedoeld in wit of een felle kleur.
Voor de bakken koos ik voor stijve doosjes van systeemwandjes die verdere bedekking dragen. Deze bedekking is een voorgevormde kunststof kap die op de dragers wordt gelijmd. Deze kap is in de fabriek voorgevormd en is niet glad, maar heeft rare kuiltjes en uitstulpingen. De kunststof is melkwit en translucent.
Voor de materialisatie was het heel belangrijk na te denken over hoe de “bakken” eruit moeten zien om een vervreemdend effect te krijgen. Hiervoor bekeek ik weer Christo’s kunstwerken en kwam tot de conclusie dat deze op het eerste gezicht schaalloos zijn. De schaal is namelijk niet direct van het kunstwerk af te lezen. Het is alleen door de objecten in de omgeving en de aanwezigheid van toeschouwers dat de schaal van het kunstwerk zichtbaar wordt. Om dit te bereiken in mijn ontwerp besloot ik alle schaal- of maatgevende elementen zoals kozijnen of deurkrukken, uit het zicht te laten.
Overdag zijn de witte bakken tegen het blauwe hemel ophet groene gras beeldbepalend, maar wat gebeurt er ’s avonds? Om de werking ervan te waarbogen ’s nachts plaats ik gekleurde lichtgevende lijnelementen tegen de wand onder de kap, zodat de bakken als lampen blijven opvallen in het landschap. Dit heeft natuurlijk ook een functie van zichtbaarheid en herkenbaarheid.
| e-mail me | ![]() |
![]() |
![]() |
![]() |